Hoe plant ik waterplanten?

Heeft u een saaie vijver, die wel wat beplanting kan gebruiken? Of is het water in de zomer een dikke soep van groene algen? Vaak ziet een vijver er na aanleg heel anders uit, dan mooie plaatjes in tuinboeken beloven. Met de juiste waterplanten kunt u veel meer genieten van uw vijver. Lees hieronder waarmee u rekening moet houden.

Waarom waterplanten?

Waterplanten zijn er in vele soorten en maten Zij vormen een mooie  aanvulling op uw vijver. Maar ze helpen ook om het vijverwater helder te houden. De planten nemen namelijk veel voedingsstoffen uit het water op, waardoor ze het water zuiveren. Bovendien produceren onderwatersoorten zuurstof, dat zij aan hun omgeving afgeven. Dit is onmisbaar voor een goede waterkwaliteit. Natuurlijk bieden de bladeren en de wortels ook een natuurlijke leefomgeving voor allerlei waterdiertjes.

 

Soorten waterplanten

We onderscheiden 3 soorten waterplanten:

• wortelende waterplanten

  

  Deze planten wortelen in de vijverbodem. Gebruik hierbij speciale vijvergrond. Deze blijft goed op de bodem liggen en bevat voedingsstoffen die langzaam vrij komen.  Als u de planten in speciale plantmanden plaatst, voorkomt u dat ze gaan woekeren. Maak de grond in de manden goed nat vóór u ze in de vijver zet. Dit maak het afzinken makkelijker. Laat de manden daarna heel rustig in de vijver zakken. Bekende voorbeelden van wortelende waterplanten zijn de waterlelie en fonteinkruid. Maar er zijn ook soorten die onder water blijven, en die veel zuurstof produceren, bijvoorbeeld gedoornd hoornblad en waterpest.

• drijvende planten

  Hierbij hangen de wortels vrij in het water en nemen daaruit de voedingsstoffen op. Zij leveren een hele belangrijke bijdrage aan het biologische evenwicht en de waterkwaliteit van uw vijver. Hanteer als vuistregel ongeveer 5 bosjes zuurstofplanten per m³ water. Als de drijvende planten zich te sterk vermeerderd hebben, kunt u ze eenvoudig met een schepnet uit het water halen. Doe dit in de herfst, voordat ze afsterven. Voorbeelden van drijfplanten zijn waterhyacin en puntkroos. Gooi verwijderde vijverplanten nooit in een sloot, want dit kan het natuurlijk evenwicht daar sterk verstoren!

• moeras- en oeverplanten

  

  Deze planten hebben graag natte voeten, maar kunnen vaak ook goed een wat drogere periode overleven. Voorbeelden zijn zwanenbloem, kattenstaart en moerasaronskelk. Hanteer een waterdiepte van 0 tot 20 centimeter. Soorten met wortelstokken kunnen zich sterk uitbreiden en de overige planten overwoekeren. Zeker kleinere vijvers kunnen hierdoor dichtgroeien. Kijk dus uit met soorten als riet, lisdodde of bont liesgras. Kies voor kleiner blijvende soorten, of zet deze planten in een container.

 

Tips voor waterplanten

• kies voor uw vijver een plaats die helft van de dag in de zon ligt. De waterplanten kunnen dan wel profiteren van het zonlicht, maar de watertemperatuur loopt niet te hoog op. Ook het gebruik van moeras- en oeverplanten kan voorkomen dat het water te warm wordt.
• maak trapsgewijs verschillende niveau ’s voor de planten. Bij schuine zijkanten glijden de planten naar beneden
• is de vijver net nieuw, laat dan het water eerst even een paar dagen op temperatuur komen voordat u uw planten erin zet
• let bij uw plantkeuze goed op de voor de planten geschikte waterdiepte.
• te veel op het water drijvende planten, zoals los drijvende planten, maar ook waterlelies, kunnen een vijver geheel bedekken. Hierdoor komt er geen zonlicht meer in het water voor andere planten of voor dieren. Houd daarom altijd tweederde van het wateroppervlak open
• krijgt u veel groene algen in uw vijver? Voeg extra zuurstofplanten toe. Gebruik verschillende soorten zuurstofplanten
• vul in warme tijden het vijverwater regelmatig aan om de verdamping te compenseren
• heeft u ondanks uw zuurstof producerende planten veel algen in uw vijver? Met bewegend water, zoals een fonteintje of een bronsteen, kunt u extra zuurstof in het water brengen
• een vijver zonder vissen is het makkelijkste te onderhouden
• wilt u toch vissen in uw vijver, wacht hiermee dan tot de planten goed zijn aangeslagen